Het doel van het jaarlijkse behandelplan is te voorkomen dat de varroamijt schade aanricht in de bijenkast, door het aantal mijten onder een bepaalde drempel te houden.
In deze video legt Wolfgang Wimmer uit hoe u dit doel kunt bereiken met behulp van de Varroa Controller en de Duplex-Frameboxen.
Warmere winters zorgen voor een kortere of zelfs geen onderbreking van de broedcyclus van de bijen – dit biedt ideale ontwikkelingsomstandigheden voor de varroamijt. Klassieke chemische behandelingen tegen varroa zijn minder effectief, omdat de mijt resistent is geworden tegen sommigeDe overlap tussen de honingoogstperiode en de klassieke, op chemicaliën gebaseerde behandelingen brengt een potentieel risico op besmetting met zich mee. Imkers “lopen tegen de tijd aan” of kunnen geen gebruik maken van laatbloeiende drachtplanten. Daarom is er behoefte aan een effectieve behandeling die vroeg in het jaar kan worden toegepast. van de gebruikte middelen.
Door het aantal varroamijten in de kast onder een lage drempel te houden, wordt voorkomen dat ze een sterke en gezonde kolonie schaden. Een efficiënte en bijvriendelijke methode om dat lage mijtendrempelniveau te behouden, is warmtebehandeling, ook wel hyperthermie genoemd.
Het basisprincipe achter hyperthermie is dat bijenpoppen een hogere temperatuur verdragen dan de varroamijt, en dat 80% van de varroamijten zich in het broed bevindt.
Daarom worden de gesloten broedramen blootgesteld aan een hogere temperatuur die onschadelijk is voor de bijenpoppen, maar dodelijk voor de mijt. Door deze behandeling vormt de varroamijt zogenaamde hitte-shock-eiwitten, wat celbeschadiging veroorzaakt en binnen ongeveer 20 uur tot de dood van de mijt leidt.
Afhankelijk van de ontwikkeling van het bijenvolk en de mijtenpopulatie adviseren wij drie warmtebehandelingen per jaar: één in het voorjaar, één in de zomer en één in de herfst. Met deze drie behandelingen krijgt de mijt geen kans om de kast te schaden en blijven de volken gezond.